Dit artikel is eerder gepubliceerd, in Echo's van zes dorpen, mei 2005, pp. 12-25
(VOORLOPIG MET ILLUSTRATIES VAN BEPERKTE KWALITEIT)
door
G.A. W. van der Schouw
In
vroeger tijden, omstreeks het jaar 900, lag de dorpskern van Renkum tussen het
einde van het Renkumse beekdal en het begin van de Bokkedijk, richting
Wageningen. Deze kern lag op de "Wageningse Berg" nabij de Holleweg,
de weg naar het Lexkesveer. De afstand van Renkum naar Wageningen was toen ca.3
km. Deze kernen zijn in de laatste 1000 jaar respectievelijk in oostelijke en westelijke
richting uitgebreid zodat nu de afstand tussen deze kernen ca.5 km bedraagt.
Via
een rondje Dorpsstraat - Veenveg - Zomerkade - Melkdam - Utrechtseweg /
Dorpsstraat hoop ik een steentje bij te dragen aan de historie van het Renkumse
dorpsleven omstreeks 1936 / 1944. We beginnen bij de winkel van slager van Beek
(1), waar ik één van mijn mooiste herinneringen heb beleefd. Ik wil mijn
verhaal graag beginnen met de foto van de Oranjeboog, op 31 augustus 1938, ter ere
van het 40-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina.
Afbeelding: Ereboog t.a.v. 40-jarig regeringsjubileum van
KoninginWilhelmina. Hoek Dorpsstraat/Achterdorpsstraat Renkum 1938. (Foto
collectie G.A.W. van der Schouw).
Dit
was op de hoek van de Achterdorpsstraat en de Dorpsstraat, waar je o.a. op de
kruidenierswinkel van Jantje J. Jacobs keek. Deze boog werd gesponsord door de
middenstand en geplaatst door de buurt. De torens werden van steigerpalen en
booghout van bouwbedrijf v.d. Born uit de Kerkstraat gebouwd en de rollen
kippengaas, aangeleverd door de smid Jansen, werden om het bouwwerk vast
getimmerd. De bloeiende heide werd met paard en wagen gebracht en in het kippengaas
gestoken. De bordjes 1898 en 1938 werden gemaakt door de familie v.d. Schouw.
Onder deze bordjes kwamen oranje strikken en op de punten van de torens werden
oranje vlaggen geplaatst. Op het midden van de boog kwam een schild met in het
midden een waaier, waar vanuit een oranje baan liep, en de beide zijden werden gedrapeerd
met rood - wit - blauw. Toen de boog klaar was, kwam fotograaf
Dijken uit Heelsum en zette alle makers van de boog op foto!
Nu
gaan we verder en steken het begin van de Achterdorpsstraat over en komen op de
Dorpsstraat uit, bij het postkantoor. Aan de oostzijde boven het kantoor en de
loketten, op huisnummer 9a, woonde de badmeester, "Levinson". Het
postkantoor zelf had nr.9 en het woonhuis nr.l 1. Daar woonde de fam. Buddingh
met hun zoon Wim en dochter Miep. De heer Buddingh was toen directeur van het postkantoor.
Er lag ook een stukje tuin, dat bij woonhuis nr.11 behoorde.
Vervolgens
kwam men bij het café van L.A. Corton met o.a. dochter Lien. Daarnaast de fam.
v. Swaay (later Smits), die in manufacturen en kleingoed deed, d.w.z. naast
kleding ook stopzijde, knopen en garens enz.. Dan volgde een smalle hoge stoep
van 2 treden naar Dorpsstraat 23 en belandde men in de schoenenwinkel van L. Delsink,
die tevens aan de achterzijde van het pand een schoenmakerij bezat, die aan de
Achterdorpsstraat lag. Naast de schoenmaker zat bakker Buddingh met zijn
heerlijke Renkumse Ringen. Daar was in de decembermaand een extra etalage met suikergoed
en marsepein.
Afbeelding:
Detail van een luchtfoto uit 1944 van het dorpscentrum van Renkum (zie ook
pagina 16, 17 en 18) waarop de route staat aangegeven van de in dit artikel
genoemde huizen. (Bron: Collectie G.A. W. van der Schouw / W.U.R.).
Als
wij dan als kinderen bij de bakker speelden, vroeg hij naar onze namen en dan
spoot hij onze naam met een puntzakje gevuld met vloeibare chocolade op een
velletje papier en dit moesten we thuis laten zien. Zo had hij rap de kinderen
uit de bakkerij. De bakker had 2 kinderen te weten dochter Bep en zoon Steven,
die later lste burger van de gemeente Steenderen werd. Vervolgens kwam de
elektrozaak van
"Meta" met in hoofdzaak lampen, op allerlei gebied. Daarnaast wat
open ruimte, om dan het volgende woonblok aan te treffen, waarin aan de
oostzijde de fam. Remmerden woonde.
Route:
Nr.
l Dorpsstraat 7a(?)- winkel slager D.v. Beek
Nr.2
Kerkstraat - Ned. Herv. Kerk
Nr.3
Dorpsstraat - villa "Margaretha"
Nr.3a
Dorpsstraat - kruising Veerweg / Kerkstraat
Kr.4
Veerweg - kruising chloorbeek
Nr.5
Veerweg - kruising fabrieksspoor
Nr.6
Veerweg - luchtspoor (koïentransport)
Nr.7
Veerweg - Veerhuis
Nr.8
Veerweg - Veerkop - ïoswal
Nr.9
Zomerdijk - zandplaat (ten oosten v.d. Veerkop)
Nr.10
Zomerdijk -zwembad
Nr.11Zomerdijk - schuit van Stef v. Wamel
Nr.12,
Melkdam - boerenhuis Ariëns (ovenbaas)
Nr.13
Melkdam - stulpje de Bruijn (stalknecht)
Nr.14
Zomerdijk - steenoven "Jufferswaard"
Nr.15
Zomerdijk - ligplaats rivierschepen
Nr.
16 Zomerdijk - zanddroger dhr. Gerritsen
Nr.17
Melkdam - ijsbaan IJsvereniging "Vooruit"
Nr.
18 Melkdam - drooghutten "Jufferswaard"
Nr.
19 Melkdam - eindpunt klei-opslag "Juff er s waard"
Nr.20
Melkdam - schippersbeurs Jan v. Wamel
Aan
de westzijde de fa. van Norden, die een winkel in manufacturen dreef (nu
schoenenzaak Delsink). Hierna weer wat open ruimte. Dan kreeg je de fa.
Schaafsma met zijn zadelmakerij aan de oostzijde van het pand en een
kruideniersbedrij f aan de westzijde. Ook naast het kruideniersbedrijf van
Schaafsma was een open ruimte.
In
het volgende pand zat de fa. Goedhart aan de oostzijde, met zijn specialiteiten
in damesondergoed. Aan de westzijde van het blok was de fietsenmaker
"Mastbergen" met zijn 2 zoons, Wim en Nol. De fietsen stonden in de
winkel. Aan dezelfde westkant was een open steegje, dat naar de
fietsenwerkplaats leidde. Voorbij dat steegje was nog een fietsenwinkel en wel
van de fa. Nico v.d. Meulen, die had
zijn
fietsenwerkplaats via een steeg vanaf de Kerkstraat achter zijn huis.
Naast
v.d. Meulen kreeg je Vincent Richards die gespecialiseerd was in radio's en
elektra. Hierna volgde tot aan de hoek van de Kerkstraat de fa.Hoefsloot, die
handel dreef in meubelen. Als men dan bij Hoefsloot rechtsaf de Kerkstraat in
ging, zag je na ca. 150 mr. Rechts de Ned. Herv. Kerk (2) met z'n mooie klokkentoren die bij de luchtlandingsgevechten,
in september 1944, jammer genoeg verloren is gegaan!
We
gaan nu even iets terug in oostelijke richting en nemen de draad weer op aan de
zuidzijde van de Dorpsstraat vanaf nr.40 Huize "Margaretha" t/m de
hoek van de Veerweg. Naast villa "Margaretha" aan de westzijde lag de
parkeerplaats (3) voor de auto's van Hotel "Rijnzicht", nu
"Rijnhof, tehuis voor bejaarden. Hotel "Rijnzicht" werd
toen beheerd door Frits v. Rijswijk. Naast het hotel richting Veerweg was de
fa. van Wamel, de kleermaker. Hij had 2 dochters nl. de oudste, Betsie en een
paar jaar jongere zus Truus. Hiernaast was een steegje. Dan kwam de
speelgoedbazaar van Wout v.d. Born, voorheen Noppen, nu de fietsenwinkel van
Nol Mastbergen. Je kon daar
zo fijn naar al dat mooie speelgoed kijken en je kon zo een verlanglijstje
maken voor Sinterklaas.
Naast
v.d. Born kreeg je slager Burgers met zoon Dick en vervolgens op de hoek van de
Dorpsstraat / Veerweg de stalhouderij van Jan v. Ee, later Ben Wessels met
groentezaak. Op diezelfde straathoek werd de bekende Mijntje Verwoerd in 1938
doodgereden.
Op
de andere hoek van de Dorpsstraat en de Veerweg was Alben Heijn. De heer v.
Drie was de chef en hij had een zoon, Henk v. Drie. Naast A.H. was C.Jamin, de
snoepwinkel waar je zondagsmiddags tussen 14.00 en 17.00 uur een versnapering
kon halen o. a. pinda’s of een ijsje.
Nu
gaan we de Veerweg in. Aan de linkerkant (oostzijde) achter Jan v. Ee was een
grote wagenschuur en stal en verderop nog 2 witgesausde huizen waarvan ik
meende dat aan de ene zijde de fam. Teunissen v. Manen woonde. Van de andere
zijde moet ik het antwoord schuldig blijven, daar was de "oude"
schippersbeurs gevestigd.
Verder
lopend richting het veer kruist men de "chloorbeek" (4), die geheel
vanaf Hotel Campman ten westen van het dorp langs de zuidzijde van de
Dorpsstraat maar het oosten liep, om daarna om het afvalstort van de
papierfabriek heen in zuidelijke richting door het sluisje in de Zomerdijk
naast de Veerkop in de Rijn uitmondde.
Voorbij
de genoemde sloot kruiste ca. 50 meter verder in de Veerweg richting het veer
de rails (5) van de elektrische tram, die het afval van de papierfabriek in lorries
naar het afvalstort bracht, alwaar ik met opa v.d. Schouw heel wat afvalhout,
afkomstig van de houtslijpers, mee mocht nemen voor brandstof in het fornuis.
Zoals
ik al de linkerzijde van de Veerweg beschreef, even teruggaande vanaf de
Dorpsstraat / Hoek A.H., de rechterzijde (westzijde) van de Veerweg meenemend
weer in zuidelijke richting naar het veer, lag de timmerwerkplaats van de fa.
Peters. Een aantal meters verderop tussen de werkplaats en de chloorsloot stond
een nieuw blokje huizen, waarin o.a. de fam. Lagedijk met zoon Jan woonde.
Daarna passeerde je de sloot en dan lag er een opslagplaats tot aan de
tramrails van het afvaltransport, dat werd gebruikt t.b.v. reserveonderdelen
zoals afsluiters, bochten en pijpstukken.
Vanaf
diezelfde tramrails gerekend naar de haven, lag het kolenveld t.b.v. het stoken
van de elektrische centrale. Deze kolen werden per schip aangevoerd en werden
dan later naar het kolenveld getransporteerd via het luchtspoor (6). Dit vond
ik erg interessant, want dat kende men toen in de hele omtrek nog niet. Het
werd o.a. bediend
door dhr. Gerritsen, van de van Ingenweg.
Na
passage van het kolenveld en de haven komen we bij het Veerhuis (7) nabij de
veerpont. Het werd eerst bewoond door Willem v. Roekel en daarna door de fam.
van Rijswijk. Dit pand werd later een soort "buurthuis" voor ouderen,
die hier heel wat gezellige uurtjes doorbrachten, o.a. 's morgens de
"Betuwe" in voor fruit enz.,enz.
en 's middags was het een kaartje leggen en "oude" verhalen
vertellen.
De
zandplaat ten westen van de veerpont was een verharde losplaats geworden. De
familie van Stef v. Wamel met zijn oude schuit (11) was verhuisd en had een
ligplaats gekozen bij de steenfabriek van Ariëns, tegenwoordig Pilo.
Afbeelding:
Fabriek 'Van Gelder Zonen' met haven, rechts bij de stip de elektrische
centrale en daarnaast (met ster) het 'luchtspoor' ten behoeve van het
kolentransport. (Foto: Collectie G.A, W. van der Schouw).
Direct
naast de veerkop rechts, op de hoek van de loswal was een rond en zwaar
betonnen voetstuk (8), waaraan men een lantaarn en een bel had gemonteerd,
zodat men de veerman kon oproepen als hij aan de overzijde van de rivier lag.
Dit betonnen voetstuk werd in de winter van 1940, toen de dichtgevroren rivier
ging kruien, door de ijsschotsen van zijn plaats gedrukt en stapelde de
schotsen zich op, meters
hoog op de veerkop.
Aan
de andere zijde van de veerkop in oostelijke richting, dus aan de linkerzijde,
was de uitmonding van de chloorsloot in de rivier. We lopen nu ca. 100 mtr. in
noordelijke richting langs de sloot terug om dan rechtsaf in oostelijke
richting het sluisje in de Zomerdijk over te steken. Zodra we die gepasseerd
zijn, lag daar nabij de eerstvolgende krib ook een zandplaat (9) die in 1945
werd opgevuld met puin van de
vernielingen uit de oorlog.
Afbeelding:
Zwembad Renkum, volgens de datum op de ansichtkaart 8 juli 1930. (Foto:
Collectie G.A. W. van der Schouw).
Verder
wandelend via die Zomerdijk komen we bij het zwembad (10) in de Rijn, waar
badmeester Levinson de scepter zwaaide en waar de beginsporen van de Renkumse
Zwem Club lagen. Dit zwembad, geopend in 1929, dreef op afgesloten tonnen en
bakken die onderling aan elkaar verbonden waren. Daar overheen waren planken
gelegd en kleedhokjes geplaatst. Tijdens de winterperiode met ijsgang in de
rivier, werd het bad naar de haven van de papierfabriek gesleept. Weer
verdergaand komen we aan bij de ligplaats (11) van de voornoemde
"oude" schuit van Stef v. Wamel, tegenover de moestuin van het
boerenhuis (12) bij de ovenbaas Ariëns. Wes Beekhuizen schreef in zijn boek
"Groen was mijn dorp" over de stalknecht "Buddingh" die in
het stulpje (pub) tegen de oven woonde. In datzelfde stulpje (13) woonde omstreeks
1940 ene Bart de Bruijn, als stalknecht, die na de verwoesting van de oven door
oorlogshandelingen t.g.v. de luchtlanding op 17 september 1944, naar de
steenoven de "Lunenburgerwaard" te Wijk bij Duurstede is vertrokken.
Op
en langs de steenoven "Jufferswaard" (14) liggen voor mij ook vele
herinneringen daar er veel schippers (ook familie, zie onderstaande afbeelding)
met hun schepen bij de oven lagen als ligplaats, om er eventueel een vrachtje
stenen te kunnen-laden. Was er op dat moment geen vracht dan gingen de
schippers via de Melkdam naar de "schippersbeurs" van Jan v. Wamel om
in te schrijven voor een of andere nieuwe vracht.
Afbeelding:
Gradus van der Schouw, schipper in zand en steen, geboren op 5 oktober
1866 en overleden op 15 november 1944. (Foto: Collectie G.A.W. van der Schouw).
Hierbij
nog een paar jeugdherinneringen n.l. de "zanddroger" van de steenoven.
Dhr. Gerritsen stond altijd vlakbij de Rijn nabij de ligplaats van de schepen,
omdat hier ook het rivierzand werd gedumpt. Dit zand werd door hem met een
schep op een grote schuinstaande zeef (16) geschept om de grove korrels uit het
zand te halen. Het fijne zand werd gebruikt voor het inwendig zanden van de steenvorm
voordat de klei in de vorm werd geperst. Dat was voor ons, als kind zijnde, een
kolfje naar de hand, want een beetje zijdelings van de "berg" zand
was het zand altijd vochtig. Een grotere
zandbak om kastelen in te bouwen kon men nergens vinden en dhr. Gerritsen vond
het prachtig. Dan speelden we met de kinderen van Stef v. Wamel, t.w. Bets,
Stien en Stef, of met die van Bart de Bruijn, t.w. Antoon, Koos, Marietje en
haar zusje. Ook waren de schipperskinderen van het schip "De Strijd",
t.w. Arie, Annie en Cobie Wennekes vaak van de partij en dan werden er heel wat
dorpen, wegen en kastelen gebouwd.
Verder
wandelend via de Melkdam ging ik wel eens met vriendjes langs de vol met water
staande grondput die westelijk van de Melkdam lag, want in die put zat veel
kikkerdril (donderkopjes) en kleine visjes. Het was een sport om wat van die
donderkopjes of visjes te vangen. Ook hoorde je dan vaak de kikkers kwaken!
In
de winter tijdens de vorstperiode werd deze grondput als ijsbaan gebruikt. Ik
meen dat hier de eerste sporen van de Renkumse ijsvereniging "Vooruit"
liggen, met o.a. Dick Emmen van de schoenenwinkel en zijn partner Annie
Koenders, die tot de "schoonrijders"
van het dorp behoorden. Dan werd er vanaf de Melkdam een brede loopplank de wei
ingelegd en verder een pad gebaand door het weiland naar de ijsbaan. Daar stond
dan een tentje (17) voor kaartverkoop, warme drank enz.. Later is de ijsbaan verhuisd
naar de hoek "Onder de Bomen / Kortenburg".
Als
de vorstperiode voorbij was, kreeg men hierna i.v.m. veel smeltwater in de
rivier hoog water en stroomde het water onder de drooghutten van de
Jufferswaard door, over het lagere gedeelte van de Melkdam richting ijsbaan
(grondput).
Maar
tegen het hogere gedeelte van de Melkdam lag nog die brede afloopplank van de
ijsclub. Nou een mooier vlot om te varen bestond er niet, maar je besefte toen
eigenlijk te weinig, dat het met dat snelstromende water levensgevaarlijk was.
De
drooghutten (18) die ik net noemde, lagen aan de oostzijde van de Melkdam. Dan
doorgaande in de richting Dorpsstraat passeren we het eindpunt (19) van de klei
opslag, waaraan een nare herinnering kleeft bij het vinden van een Omgekomen
Engelse militair, in september 1944,
Dan
volgt de weide met een uitloper van de chloorsloot die via een duiker onder de
Melkdam door in oostelijke richting liep en vanaf diezelfde duiker, aan de
westkant van de Melkdam had je de moestuin en de "schippersbeurs"
(20) van Jan v. Wamel. Deze grensde aan het woonhuis en het café, Dorpsstraat
2, waar menigeen zijn
borreltje ging halen. Om even aan de zuidzijde van de Dorpsstraat te blijven.
De huisnummers 2 t/m 36 werden al eerder beknopt door mij beschreven in Echo's
van zes dorpen, d.w.z. tot huize "Margaretha". (Wordt vervolgd).
Afbeelding:
De opening van de schippersbeurs van Renkum in 1934 was kennelijk aanleiding tot
enig feestvertoon. Onder het gevarieerde scala aan hoofddeksels gaan
voornamelijk schippers schuil. De Renkumse beurs - die niet zolang daarna
alweer is opgeheven
- was een typisch voorbeeld van de toenmalige kleinschaligheid van de
binnenvaart. Met nummer l = Dhr. Van Wamel (beheerder van de beurs), 2 = Mevr.
van Wamel, 3 = Mej. van Wamel. (Foto: Collectie G.A.W. van der Schouw).
Bronnen:
•
Echo's van zes dorpen, maart 2001
•
Groen was mijn dorp, door Wes Beekhuizen
• Foto dorpskern: 3147 106G 2816 12
SEP 44 F/36 //541 SQDN
Geen opmerkingen:
Een reactie posten