(voorlopig nog met illustraties van beperkte kwaliteit)
Van onze donateur, G.A, W. van der Schouw uit Wageningen ontvingen
wij het volgende artikel, dat wij hierbij gaarne opnemen.
Jan
van der Schouw, werd geboren op 2 mei 1813 te Wageningen, in 't buurtschap
"De Doven" aan de Grebbedijk. Hij was een zoon van Bart van der Schouw,
geb. 6 april 1780 te Amerongen en Anna Maria van Herpen, geb. 23 januari 1765
te Nijmegen.
Bart
van der Schouw was landbouwer van beroep en zijn zoon Jan werkte bij zijn vader
op het bedrijf mee. In ’t buurtschap "De Doven" woonde ook de familie
Dreuning Deze hadden een dochter Maria, die Jan van der Schouw best een aardige
vent vond, wat weer tot gevolg had dat zij op 21 mei 1845 te Wageningen
trouwden en naar Renkum vertrokken.
Zij
betrokken een huisje op de hoek van de Groenendaalseweg/Beukenlaan. Deze woning
no. 73, is op deze plaats nog steeds aanwezig. Na de fam. van der Schouw woonde
hier de fam. Böhmer, beter bekend als "de bezembinder". Jan begon
hier als vrachtrijder met paard en wagen. De wagen kon hij naast het huis
stallen, alwaar ook een waterpomp aanwezig was. Aan de overzijde van de
Beukenlaan kon zijn paard grazen in de weide waar ooit eens het kasteel Grunsfoort
stond.
Hij
reed veel vracht voor “Oranje Nassau’s Oord”, en als bierrijder ook veel bier van
de bierbrouwerij “De Bock”, staande aan het begin van de Bokkendijk, naar de
herberg “de vergulde Bock”, aan de overzijde van de weg, het latere hotel "Campman",
en de overige café's in de omgeving.
Zo
reed hij in november 1869 met een vracht biervaten, (l biervat is.50 liter) op
een glibberig wegdek over de kruising Nieuweweg / Kortenburgerlaan, richting
O.N.O., toen op een gegeven moment zijn wagen begon te glijden. Jan, stevig gebouwd,
trachtte de wagen weer in het rechte spoor te krijgen, maar het gevolg was dat
enkele vaten van de wagen gleden. Hierbij kwam ook Jan ten val en kreeg een
biervat op zijn hoofd, wat hij niet overleefde.
Zijn
vrouw Maria van der Schouw-Dreuning bleef met haar 3 jarig zoontje, geb. 5
oktober 1866, achter. Zij overleed te Renkum in 1877 en de toen 11 jarige
Gradus kwam bij zijn oudere zus Theodora Koenders-van der Schouw in huis. Zij woonden
aan de Le Maitreweg no. 11 te Renkum.
De
familie Koenders was van oorsprong een vissersfamilie (zie "Groen was mijn
dorp", Wes Beekhuizen blz. 115), maar door achteruitgang van de visstand
deed men ook vrachtvaart in zand, steen en hout, t.b.v. de bouwondernemers. Gradus
van der Schouw kwam bij zijn zwager aan boord en leerde het schippersvak,
waarna hij later als zelfstandig zandschipper voer op het zeilschip "Ëben
Haezer". Dit heeft hij gedaan tot 1912, maar toen hem een baan op de
pakkamer van
de nieuw gebouwde papierfabriek van "Van Gelder Zn." werd aangeboden
zij hij het schippersvak vaarwel. Deze gegevens heb ik uit de mond van mijn
grootvader Gradus
gehoord en opgetekend. Als oudste achterkleinzoon van Jan van der Schouw, resp.
vrachtrijder en bierdrager, wil ik ze aan het nageslacht doorgeven, zodat ze op
deze wijze dan ook bewaard blijven.
Ondergetekende is zelf te Renkum op de Bergerhof 9 (Mussenberg) geboren, 31 augustus 1928, in het huis van de fam. Blaauw.
G.A.W. van der Schouw,
Berkenlaan 17
6706 DM Wageningen.