zondag 15 mei 2005

Jeugdherinneringen aan dorpskern Renkum en Jufferswaard (1).

Dit artikel is eerder gepubliceerd, in Echo's van zes dorpen, mei 2005, pp. 12-25

(VOORLOPIG MET ILLUSTRATIES VAN BEPERKTE KWALITEIT)

door G.A. W. van der Schouw

In vroeger tijden, omstreeks het jaar 900, lag de dorpskern van Renkum tussen het einde van het Renkumse beekdal en het begin van de Bokkedijk, richting Wageningen. Deze kern lag op de "Wageningse Berg" nabij de Holleweg, de weg naar het Lexkesveer. De afstand van Renkum naar Wageningen was toen ca.3 km. Deze kernen zijn in de laatste 1000 jaar respectievelijk in oostelijke en westelijke richting uitgebreid zodat nu de afstand tussen deze kernen ca.5 km bedraagt.

Via een rondje Dorpsstraat - Veenveg - Zomerkade - Melkdam - Utrechtseweg / Dorpsstraat hoop ik een steentje bij te dragen aan de historie van het Renkumse dorpsleven omstreeks 1936 / 1944. We beginnen bij de winkel van slager van Beek (1), waar ik één van mijn mooiste herinneringen heb beleefd. Ik wil mijn verhaal graag beginnen met de foto van de Oranjeboog, op 31 augustus 1938, ter ere van het 40-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina.

Afbeelding: Ereboog t.a.v. 40-jarig regeringsjubileum van KoninginWilhelmina. Hoek Dorpsstraat/Achterdorpsstraat Renkum 1938. (Foto collectie G.A.W. van der Schouw).

Dit was op de hoek van de Achterdorpsstraat en de Dorpsstraat, waar je o.a. op de kruidenierswinkel van Jantje J. Jacobs keek. Deze boog werd gesponsord door de middenstand en geplaatst door de buurt. De torens werden van steigerpalen en booghout van bouwbedrijf v.d. Born uit de Kerkstraat gebouwd en de rollen kippengaas, aangeleverd door de smid Jansen, werden om het bouwwerk vast getimmerd. De bloeiende heide werd met paard en wagen gebracht en in het kippengaas gestoken. De bordjes 1898 en 1938 werden gemaakt door de familie v.d. Schouw. Onder deze bordjes kwamen oranje strikken en op de punten van de torens werden oranje vlaggen geplaatst. Op het midden van de boog kwam een schild met in het midden een waaier, waar vanuit een oranje baan liep, en de beide zijden werden gedrapeerd met rood - wit - blauw. Toen de boog klaar was, kwam fotograaf Dijken uit Heelsum en zette alle makers van de boog op foto!
Nu gaan we verder en steken het begin van de Achterdorpsstraat over en komen op de Dorpsstraat uit, bij het postkantoor. Aan de oostzijde boven het kantoor en de loketten, op huisnummer 9a, woonde de badmeester, "Levinson". Het postkantoor zelf had nr.9 en het woonhuis nr.l 1. Daar woonde de fam. Buddingh met hun zoon Wim en dochter Miep. De heer Buddingh was toen directeur van het postkantoor. Er lag ook een stukje tuin, dat bij woonhuis nr.11 behoorde.
Vervolgens kwam men bij het café van L.A. Corton met o.a. dochter Lien. Daarnaast de fam. v. Swaay (later Smits), die in manufacturen en kleingoed deed, d.w.z. naast kleding ook stopzijde, knopen en garens enz.. Dan volgde een smalle hoge stoep van 2 treden naar Dorpsstraat 23 en belandde men in de schoenenwinkel van L. Delsink, die tevens aan de achterzijde van het pand een schoenmakerij bezat, die aan de Achterdorpsstraat lag. Naast de schoenmaker zat bakker Buddingh met zijn heerlijke Renkumse Ringen. Daar was in de decembermaand een extra etalage met suikergoed en marsepein.

Afbeelding: Detail van een luchtfoto uit 1944 van het dorpscentrum van Renkum (zie ook pagina 16, 17 en 18) waarop de route staat aangegeven van de in dit artikel genoemde huizen. (Bron: Collectie G.A. W. van der Schouw / W.U.R.).

Als wij dan als kinderen bij de bakker speelden, vroeg hij naar onze namen en dan spoot hij onze naam met een puntzakje gevuld met vloeibare chocolade op een velletje papier en dit moesten we thuis laten zien. Zo had hij rap de kinderen uit de bakkerij. De bakker had 2 kinderen te weten dochter Bep en zoon Steven, die later lste burger van de gemeente Steenderen werd. Vervolgens kwam de elektrozaak van "Meta" met in hoofdzaak lampen, op allerlei gebied. Daarnaast wat open ruimte, om dan het volgende woonblok aan te treffen, waarin aan de oostzijde de fam. Remmerden woonde.

Route:
Nr. l Dorpsstraat 7a(?)- winkel slager D.v. Beek
Nr.2 Kerkstraat - Ned. Herv. Kerk
Nr.3 Dorpsstraat - villa "Margaretha"
Nr.3a Dorpsstraat - kruising Veerweg / Kerkstraat
Kr.4 Veerweg - kruising chloorbeek
Nr.5 Veerweg - kruising fabrieksspoor
Nr.6 Veerweg - luchtspoor (koïentransport)
Nr.7 Veerweg - Veerhuis
Nr.8 Veerweg - Veerkop - ïoswal
Nr.9 Zomerdijk - zandplaat (ten oosten v.d. Veerkop)
Nr.10 Zomerdijk -zwembad
Nr.11Zomerdijk - schuit van Stef v. Wamel
Nr.12, Melkdam - boerenhuis Ariëns (ovenbaas)
Nr.13 Melkdam - stulpje de Bruijn (stalknecht)
Nr.14 Zomerdijk - steenoven "Jufferswaard"
Nr.15 Zomerdijk - ligplaats rivierschepen
Nr. 16 Zomerdijk - zanddroger dhr. Gerritsen
Nr.17 Melkdam - ijsbaan IJsvereniging "Vooruit"
Nr. 18 Melkdam - drooghutten "Jufferswaard"
Nr. 19 Melkdam - eindpunt klei-opslag "Juff er s waard"
Nr.20 Melkdam - schippersbeurs Jan v. Wamel

Aan de westzijde de fa. van Norden, die een winkel in manufacturen dreef (nu schoenenzaak Delsink). Hierna weer wat open ruimte. Dan kreeg je de fa. Schaafsma met zijn zadelmakerij aan de oostzijde van het pand en een kruideniersbedrij f aan de westzijde. Ook naast het kruideniersbedrijf van Schaafsma was een open ruimte.
In het volgende pand zat de fa. Goedhart aan de oostzijde, met zijn specialiteiten in damesondergoed. Aan de westzijde van het blok was de fietsenmaker "Mastbergen" met zijn 2 zoons, Wim en Nol. De fietsen stonden in de winkel. Aan dezelfde westkant was een open steegje, dat naar de fietsenwerkplaats leidde. Voorbij dat steegje was nog een fietsenwinkel en wel van de fa. Nico v.d. Meulen, die had
zijn fietsenwerkplaats via een steeg vanaf de Kerkstraat achter zijn huis.
Naast v.d. Meulen kreeg je Vincent Richards die gespecialiseerd was in radio's en elektra. Hierna volgde tot aan de hoek van de Kerkstraat de fa.Hoefsloot, die handel dreef in meubelen. Als men dan bij Hoefsloot rechtsaf de Kerkstraat in ging, zag je na ca. 150 mr. Rechts de Ned. Herv. Kerk (2) met z'n mooie klokkentoren die bij de luchtlandingsgevechten, in september 1944, jammer genoeg verloren is gegaan!
We gaan nu even iets terug in oostelijke richting en nemen de draad weer op aan de zuidzijde van de Dorpsstraat vanaf nr.40 Huize "Margaretha" t/m de hoek van de Veerweg. Naast villa "Margaretha" aan de westzijde lag de parkeerplaats (3) voor de auto's van Hotel "Rijnzicht", nu "Rijnhof, tehuis voor bejaarden. Hotel "Rijnzicht" werd toen beheerd door Frits v. Rijswijk. Naast het hotel richting Veerweg was de fa. van Wamel, de kleermaker. Hij had 2 dochters nl. de oudste, Betsie en een paar jaar jongere zus Truus. Hiernaast was een steegje. Dan kwam de speelgoedbazaar van Wout v.d. Born, voorheen Noppen, nu de fietsenwinkel van Nol Mastbergen. Je kon daar zo fijn naar al dat mooie speelgoed kijken en je kon zo een verlanglijstje maken voor Sinterklaas.
Naast v.d. Born kreeg je slager Burgers met zoon Dick en vervolgens op de hoek van de Dorpsstraat / Veerweg de stalhouderij van Jan v. Ee, later Ben Wessels met groentezaak. Op diezelfde straathoek werd de bekende Mijntje Verwoerd in 1938 doodgereden.
Op de andere hoek van de Dorpsstraat en de Veerweg was Alben Heijn. De heer v. Drie was de chef en hij had een zoon, Henk v. Drie. Naast A.H. was C.Jamin, de snoepwinkel waar je zondagsmiddags tussen 14.00 en 17.00 uur een versnapering kon halen o. a. pinda’s of een ijsje.
Nu gaan we de Veerweg in. Aan de linkerkant (oostzijde) achter Jan v. Ee was een grote wagenschuur en stal en verderop nog 2 witgesausde huizen waarvan ik meende dat aan de ene zijde de fam. Teunissen v. Manen woonde. Van de andere zijde moet ik het antwoord schuldig blijven, daar was de "oude" schippersbeurs gevestigd.

Verder lopend richting het veer kruist men de "chloorbeek" (4), die geheel vanaf Hotel Campman ten westen van het dorp langs de zuidzijde van de Dorpsstraat maar het oosten liep, om daarna om het afvalstort van de papierfabriek heen in zuidelijke richting door het sluisje in de Zomerdijk naast de Veerkop in de Rijn uitmondde.
Voorbij de genoemde sloot kruiste ca. 50 meter verder in de Veerweg richting het veer de rails (5) van de elektrische tram, die het afval van de papierfabriek in lorries naar het afvalstort bracht, alwaar ik met opa v.d. Schouw heel wat afvalhout, afkomstig van de houtslijpers, mee mocht nemen voor brandstof in het fornuis.
Zoals ik al de linkerzijde van de Veerweg beschreef, even teruggaande vanaf de Dorpsstraat / Hoek A.H., de rechterzijde (westzijde) van de Veerweg meenemend weer in zuidelijke richting naar het veer, lag de timmerwerkplaats van de fa. Peters. Een aantal meters verderop tussen de werkplaats en de chloorsloot stond een nieuw blokje huizen, waarin o.a. de fam. Lagedijk met zoon Jan woonde. Daarna passeerde je de sloot en dan lag er een opslagplaats tot aan de tramrails van het afvaltransport, dat werd gebruikt t.b.v. reserveonderdelen zoals afsluiters, bochten en pijpstukken.
Vanaf diezelfde tramrails gerekend naar de haven, lag het kolenveld t.b.v. het stoken van de elektrische centrale. Deze kolen werden per schip aangevoerd en werden dan later naar het kolenveld getransporteerd via het luchtspoor (6). Dit vond ik erg interessant, want dat kende men toen in de hele omtrek nog niet. Het werd o.a. bediend door dhr. Gerritsen, van de van Ingenweg.
Na passage van het kolenveld en de haven komen we bij het Veerhuis (7) nabij de veerpont. Het werd eerst bewoond door Willem v. Roekel en daarna door de fam. van Rijswijk. Dit pand werd later een soort "buurthuis" voor ouderen, die hier heel wat gezellige uurtjes doorbrachten, o.a. 's morgens de "Betuwe" in voor fruit enz.,enz. en 's middags was het een kaartje leggen en "oude" verhalen vertellen.
De zandplaat ten westen van de veerpont was een verharde losplaats geworden. De familie van Stef v. Wamel met zijn oude schuit (11) was verhuisd en had een ligplaats gekozen bij de steenfabriek van Ariëns, tegenwoordig Pilo.

Afbeelding: Fabriek 'Van Gelder Zonen' met haven, rechts bij de stip de elektrische centrale en daarnaast (met ster) het 'luchtspoor' ten behoeve van het kolentransport. (Foto: Collectie G.A, W. van der Schouw).
Direct naast de veerkop rechts, op de hoek van de loswal was een rond en zwaar betonnen voetstuk (8), waaraan men een lantaarn en een bel had gemonteerd, zodat men de veerman kon oproepen als hij aan de overzijde van de rivier lag. Dit betonnen voetstuk werd in de winter van 1940, toen de dichtgevroren rivier ging kruien, door de ijsschotsen van zijn plaats gedrukt en stapelde de schotsen zich op, meters hoog op de veerkop.
Aan de andere zijde van de veerkop in oostelijke richting, dus aan de linkerzijde, was de uitmonding van de chloorsloot in de rivier. We lopen nu ca. 100 mtr. in noordelijke richting langs de sloot terug om dan rechtsaf in oostelijke richting het sluisje in de Zomerdijk over te steken. Zodra we die gepasseerd zijn, lag daar nabij de eerstvolgende krib ook een zandplaat (9) die in 1945 werd opgevuld met puin van de vernielingen uit de oorlog.
Afbeelding: Zwembad Renkum, volgens de datum op de ansichtkaart 8 juli 1930. (Foto: Collectie G.A. W. van der Schouw).

Verder wandelend via die Zomerdijk komen we bij het zwembad (10) in de Rijn, waar badmeester Levinson de scepter zwaaide en waar de beginsporen van de Renkumse Zwem Club lagen. Dit zwembad, geopend in 1929, dreef op afgesloten tonnen en bakken die onderling aan elkaar verbonden waren. Daar overheen waren planken gelegd en kleedhokjes geplaatst. Tijdens de winterperiode met ijsgang in de rivier, werd het bad naar de haven van de papierfabriek gesleept. Weer verdergaand komen we aan bij de ligplaats (11) van de voornoemde "oude" schuit van Stef v. Wamel, tegenover de moestuin van het boerenhuis (12) bij de ovenbaas Ariëns. Wes Beekhuizen schreef in zijn boek "Groen was mijn dorp" over de stalknecht "Buddingh" die in het stulpje (pub) tegen de oven woonde. In datzelfde stulpje (13) woonde omstreeks 1940 ene Bart de Bruijn, als stalknecht, die na de verwoesting van de oven door oorlogshandelingen t.g.v. de luchtlanding op 17 september 1944, naar de steenoven de "Lunenburgerwaard" te Wijk bij Duurstede is vertrokken.
Op en langs de steenoven "Jufferswaard" (14) liggen voor mij ook vele herinneringen daar er veel schippers (ook familie, zie onderstaande afbeelding) met hun schepen bij de oven lagen als ligplaats, om er eventueel een vrachtje stenen te kunnen-laden. Was er op dat moment geen vracht dan gingen de schippers via de Melkdam naar de "schippersbeurs" van Jan v. Wamel om in te schrijven voor een of andere nieuwe vracht.

Afbeelding: Gradus van der Schouw, schipper in zand en steen, geboren op 5 oktober 1866 en overleden op 15 november 1944. (Foto: Collectie G.A.W. van der Schouw).

Hierbij nog een paar jeugdherinneringen n.l. de "zanddroger" van de steenoven. Dhr. Gerritsen stond altijd vlakbij de Rijn nabij de ligplaats van de schepen, omdat hier ook het rivierzand werd gedumpt. Dit zand werd door hem met een schep op een grote schuinstaande zeef (16) geschept om de grove korrels uit het zand te halen. Het fijne zand werd gebruikt voor het inwendig zanden van de steenvorm voordat de klei in de vorm werd geperst. Dat was voor ons, als kind zijnde, een kolfje naar de hand, want een beetje zijdelings van de "berg" zand was het zand altijd vochtig. Een grotere zandbak om kastelen in te bouwen kon men nergens vinden en dhr. Gerritsen vond het prachtig. Dan speelden we met de kinderen van Stef v. Wamel, t.w. Bets, Stien en Stef, of met die van Bart de Bruijn, t.w. Antoon, Koos, Marietje en haar zusje. Ook waren de schipperskinderen van het schip "De Strijd", t.w. Arie, Annie en Cobie Wennekes vaak van de partij en dan werden er heel wat dorpen, wegen en kastelen gebouwd.

Verder wandelend via de Melkdam ging ik wel eens met vriendjes langs de vol met water staande grondput die westelijk van de Melkdam lag, want in die put zat veel kikkerdril (donderkopjes) en kleine visjes. Het was een sport om wat van die donderkopjes of visjes te vangen. Ook hoorde je dan vaak de kikkers kwaken!
In de winter tijdens de vorstperiode werd deze grondput als ijsbaan gebruikt. Ik meen dat hier de eerste sporen van de Renkumse ijsvereniging "Vooruit" liggen, met o.a. Dick Emmen van de schoenenwinkel en zijn partner Annie Koenders, die tot de "schoonrijders" van het dorp behoorden. Dan werd er vanaf de Melkdam een brede loopplank de wei ingelegd en verder een pad gebaand door het weiland naar de ijsbaan. Daar stond dan een tentje (17) voor kaartverkoop, warme drank enz.. Later is de ijsbaan verhuisd naar de hoek "Onder de Bomen / Kortenburg".
Als de vorstperiode voorbij was, kreeg men hierna i.v.m. veel smeltwater in de rivier hoog water en stroomde het water onder de drooghutten van de Jufferswaard door, over het lagere gedeelte van de Melkdam richting ijsbaan (grondput).
Maar tegen het hogere gedeelte van de Melkdam lag nog die brede afloopplank van de ijsclub. Nou een mooier vlot om te varen bestond er niet, maar je besefte toen eigenlijk te weinig, dat het met dat snelstromende water levensgevaarlijk was.
De drooghutten (18) die ik net noemde, lagen aan de oostzijde van de Melkdam. Dan doorgaande in de richting Dorpsstraat passeren we het eindpunt (19) van de klei opslag, waaraan een nare herinnering kleeft bij het vinden van een Omgekomen Engelse militair, in september 1944,
Dan volgt de weide met een uitloper van de chloorsloot die via een duiker onder de Melkdam door in oostelijke richting liep en vanaf diezelfde duiker, aan de westkant van de Melkdam had je de moestuin en de "schippersbeurs" (20) van Jan v. Wamel. Deze grensde aan het woonhuis en het café, Dorpsstraat 2, waar menigeen zijn borreltje ging halen. Om even aan de zuidzijde van de Dorpsstraat te blijven. De huisnummers 2 t/m 36 werden al eerder beknopt door mij beschreven in Echo's van zes dorpen, d.w.z. tot huize "Margaretha". (Wordt vervolgd).

Afbeelding: De opening van de schippersbeurs van Renkum in 1934 was kennelijk aanleiding tot enig feestvertoon. Onder het gevarieerde scala aan hoofddeksels gaan voornamelijk schippers schuil. De Renkumse beurs - die niet zolang daarna alweer is opgeheven - was een typisch voorbeeld van de toenmalige kleinschaligheid van de binnenvaart. Met nummer l = Dhr. Van Wamel (beheerder van de beurs), 2 = Mevr. van Wamel, 3 = Mej. van Wamel. (Foto: Collectie G.A.W. van der Schouw).

Bronnen:
• Echo's van zes dorpen, maart 2001
• Groen was mijn dorp, door Wes Beekhuizen
• Foto dorpskern: 3147 106G 2816 12 SEP 44 F/36 //541 SQDN