|
Afb. 1 Dorpsstraat met
splitsing, uiterst rechts Achterdorpsstraat 1 ca 1960. |
Toen
mij via via ter ore kwam dat het winkel-woonhuis Achterdorpsstraat 1 in Renkum
te koop en leeg stond ben ik op informatie uitgegaan om te kijken of er een
mogelijkheid was om de kelder onder dat pand nog eens te bezichtigen en
eventueel op foto vast te leggen voor het nageslacht.
|
Afb. 2 G. v.d. Schouw
Jzn. bij ingang kelder onder Achterdorpsstraat 1, 28-10-2008. |
Dat lukte en toen ik de
contactpersoon mijn verhaal vertelde, maakte hij meteen een afspraak zodat ik
met mijn vrouw, dochter en kleinzoon de kelder kon
bezichtigen. Zij konden hun ogen niet geloven, zoals wij in die 14
septemberdagen van 1944 in die kelder hadden geleefd.
Aangezien
de kelder ‘leeg’ was, was het niet moeilijk hierna een afspraak te maken met
fotograaf Evert Overeem om die kelder te fotograferen t.b.v. Het archief van
het Genootschap Redichem. Dat is gebeurd op dinsdag 28 oktober 2008.
Toen
de foto’s klaar waren, heb ik de uitgave van maart 2001 van "Echo van zes
dorpen" erbij gepakt, waarin mijn verhaal staat: "Luchtlanding en
Bevrijding, Renkum 1944/1945”. Dit artikel nu is bedoeld om hier eenmalig een
aanvulling op te kunnen geven na 12 jaar.
|
Afb. 3 Europalaan
uitkomend op Dorpsstraat. Rechts witte
achterzijde van Achterdorpsstraat 1 met zwarte stip, bij de linker achterhoek
van het pand. |
Zoals
ik al aangaf op blz 17, 12e
regel van voornoemde uitgave, kwam op 17 sept. 1944 een granaat in de
woonkamer van Achterdorpsstraat 3 terecht, niet rechtstreeks, maar via Huize
Frisia en langs het slachthuis van Slager van Beek (zie op Afb. 3 de vette pijl
naar de zwarte stip van het schampschot). Die nacht vielen de granaten
rondom...
|
Afb. 4 Noordwand kelder
met toegangs-trap. Links pekelbakken. Rechts G. v.d. Schouw Jzn. |
Op
blz. 18 regel 9 van bovengenoemd Echo-artikel staat hoe we overleg pleegden met
de heer van Beek om een noodvoorziening in zijn spekkelder te mogen maken. Wij
kwamen uit op 23 personen en kruidenier Jantje Jacobs begreep dat het overvol
zou
|
Afb. 5 Achterwand
"spekkelder" t.o. Toeganstrap met "badkuip". Zoldering met
vleeshaken. Rechts pekelbakken. Links boven het kelderraam. |
worden en zocht zelf naar een ander onderkomen met zijn vrouw en twee
dochters. Zo schuilden we de eerste nacht van zondag 17 op maandag 18
september. ’s Maandags kwamen wij amper buiten.
Na nog
één overnachting(d.w.z. de 2e nacht), besloot de familie Peelen naar familie op
de Hogenkamp te gaan, ver uit het schootsveld, aangezien mevrouw Peelen in
verwachting was, wat pas later bleek, toen in april 1945 dochter Fien werd
geboren. Sorry dat ik deze familie was vergeten in mijn verhaal van maart 2001.
De eerste nacht verbleven wij
met 5 gezinnen, met 23 personen, in deze kelder en wel als volgt:
1. familie D. van Beek ; de heer
en mevrouw + Lidia, Cor, Jorien: 5 personen,
2. familie H. Kaal; de heer en
mevrouw + dochter: 3 personen,
3. familie
J. Peelen ; de heer en mevrouw + Door en Bep: 4 personen (na 2 nachten
vertrokken),
4. familie A. de Boer; de heer en
mevrouw + Aart en Celia: 4 personen (na vier nachten vertrokken)
5. familie J. van der Schouw; opa,
tante Co, pa, Gerard, Fien, Dolf en mw Peperkamp (nicht): 7 personen
|
Afb. 6 Buitenopening van kelderraam
onder Achterdorpsstraat 1, 28-10-2008
|
Na
twee nachten bleven wij dus nog met 19 personen over, maar het was erg benauwd.
Daarop besloot na 4 nachten ook de familie de Boer te vertrekken en wij hebben
dus met 15 personen verder in de kelder gebivakkeerd tot zondag 1 oktober. Het
“leven” in zo'n kleine kelder is nu niet meer te bevatten, maar men zegt wel
eens: "Er gaan veel makke schapen in een hok".
|
Afb. 7 Kelderraam aan de
binnenzijde |
We
probeerden tussen de gevechten door in de rustpauzes brood bij bakker v.d. Burg
te bemachtigen. Omdat dit gebeuren in september plaatsvond en de oogst al
binnen was gehaald, hadden we allen wel wat voorraad in huis, d.w.z. alles zat
in de weckpotten, in Keulse potten en aardappelen in de eigen kelder
opgeslagen. In zo'n rustpauze werd er gauw een emmer piepers en een pan gehaald
en in de “spekkelder” was ‘t dan piepers jassen. Was het klaar, dan “in de
rust” gauw op het eigen fornuis een stamppotje klaarmaken. Voor het vlees
zorgde slager van Beek.
|
Afb. 8 G.v.d.Schouw Jzn.
op zijn slaapplaats van september 1944. |
Er was ook een emmer met een deksel waarop je je
behoefte kon doen als je niet naar buiten kon. Als er dan even de kans was werd
de volle emmer in de wc geleegd.
We
hadden op de betonnen vloer een kokosmat gelegd, dit tegen de koude voeten en
de kinderen speelden hierop. Of zij speelden op het “bed” in de spekbakken. Dan
gingen de matrassen en de dekens aan de kant. Totdat er weer granaten vielen,
dan was iedereen weer angstig stil. Ook als we de laarzen van de Duitsers
hoorden! De eerste week was men allemaal erg behulpzaam voor elkaar, maar na
zo'n 10 dagen werd men oververmoeid door angst, te weinig lucht en te weinig
slaap. We zaten eigenlijk gevangen vlakbij
je eigen huis. Er moest een oplossing komen en die kwam van bovenaf: het
bevel om te evacueren. Het wonen in de kelder zou slechts voor een paar dagen
zijn, maar dat kwam anders uit. Het was niet anders dan huis en haard te
verlaten, niet wetende dat het maanden zou gaan duren! De dag vóór de
evacuatie, 30 september 1944, was het erg rustig, tijdens zo’n rustperiode
zagen Henk Jansen (van de smid) en ik een gesneuvelde Engelse militair liggen,
op de kleibult nabij de Melkdam (zie foto 2). Wat later zagen wij een platte
wagen met slachtoffers die naar de Rode Kruis Post werden vervoerd. Bij deze
ellende zijn we naar huis gegaan, en de volgende dag moesten we evacueren.
Zodra
de bewoners van het dorp waren geëvacueerd, zijn de huizen aan de zuidzijde van
de Dorpsstraat platgebrand , dit waren de nrs. 2 t/m 24. (zie fotocopie III).
Hierdoor had men vanuit de steenfabriek de Jufferswaard een beter schootsveld.
Hierna heeft de dorpskern van Renkum er ook flink van langs gehad. Hiervan
getuigt ook het boek van G.H. Maassen, "Vier geschonden dorpen".
|
Afb.9: Doorsnede
"historische kelder" onder Achterburgstraat 1, sept.1944 |
Nadat
op 5 mei de capitulatie was getekend in Wageningen zouden we allemaal
mondjesmaat weer naar huis kunnen terugkeren, maar niets was minder waar! Er
was zoveel vernield en beschadigd dat er eerst huizen bewoonbaar moesten worden
gemaakt. De huizen die niet hersteld konden worden, werden afgebroken. Het puin
daarvan is naar de oostkant van het Renkumse Veer en de krib in de Rijn werd
gedumpt. Bij die laatste categorie hoorde helaas ook ons huis. Ons werd op 20
juli 1945 een huis aan de Hogenkampseweg aangeboden. Fijn, we hadden weer een
dak boven ons hoofd! Wel misten we de sfeer van de Dorpsstraat, de uiterwaarden
en de Rijn met z’n zwembad, de schepen en de veerpont!
De Don
Boscoschool is zowel in mei 1940 als van 18 september 1944 tot de bevrijding
een centrum van de Duitse vijandelijkheden geweest. In mei 1940 stond op de
tegenoverliggende velden langs de Schoolweg een rij van 5 “Dikke Bertha’s”
opgesteld om de vooruitgeschoven SS-posten richting Rhenen dekking te geven,
o.a. die aan de Dolderstraat in Wageningen. In september 1944 werd het
schoolgebouw gebruikt om, langs de R.K. Kerk, de Schoolweg en hoek Dorpsstraat, de (Engelse) bevrijders uit de
Jufferswaard te verdrijven. Hier bevond zich het centrale strijdtoneel in
Renkum. Dit blijkt ook uit het boek “Vier geschonden dorpen”van G.H. Maassen.
Het
zou dan ook zeer op z’n plaats zijn als op het dat kruispunt of bij de Melkdam
of bij het schoolgebouw aan de Don Boscostraat, een gedenkzuil met plaquette
werd geplaatst opdat de kinderen en andere Renkumers daar bijv. op 17 september
(of 5 mei) bijeen zouden kunnen komen en de strijd herdenken die hier voor onze
vrijheid heeft plaats gevonden.
In de
Gelderlander van 11 april 2013 lazen we dat, op verzoek van de Market Garden
Foundation, een gedenkzuil wordt geplaatst bij de Naald bij Hartenstein.
Terecht, zoals het ook goed zou zijn ook in het dorp Renkum een gedenkzuil te
hebben ter ere van onze vrijheidsstrijders, o.a. van de B-compagnie van het 1e
bataljon Border Regiment.
De vrijheid
die we nu beleven is ondanks alles met géén goud te betalen. Want "Wie
de oorlog heeft geproefd, weet hoe de vrede smaakt!"
Gerard van der Schouw Jnz., Wageningen, 5 mei 2013