Dit artikel is eerder gepubliceerd in Echo's van zes dorpen, juni 2006, pp. 14-19
(VOORLOPIG MET ILLUSTRATIES VAN BEPERKTE KWALITEIT)
Door
H.C. Wildeman - van Schijndel
Naar
aanleiding van het verzoek van de heer G.H. Maassen jr., of hij een schetsje
zou willen maken van de moestuin van Ariëns waar gedurende de septemberdagen
van 1944 Britse militair gesneuveld was, vertelde Gerard van der Schouw het
volgende verhaal:
Op
zaterdag 30 september 1944 (ca 16.00 uur), de dag vóór de evacuatie, hebben de toen
16-jarige Gerard van der Schouw, woonachtig aan de Achterdorpsstraat nummer 3
te Renkum en zijn 14 jarige vriend Henk Jansen, zoon van de smid, wonende aan
de Dorpsstraat, ongeveer halfweg de Melkdam, in het weiland, op het eind van de
kleibult, een gesneuvelde
Britse militair zien liggen, waarbij een Duitse soldaat de wacht hield. Omdat
de jongens de zaak niet vertrouwden, keerden ze om voordat er eventueel op hen
geschoten zou kunnen worden en verlieten zo snel mogelijk de plek des onheus.
Over
een noodbegrafenis van deze Britse soldaat in de moestuin van Ariëns was Gerard
toen niets bekend. Dat verhaal bereikte hem pas jaren later. Wel was er volgens
Gerard in die dagen sprake van een noodbegrafenis in de moestuin van de familie
van Wamel, woonachtig in het hoekhuis tegenover de rooms katholieke kerk aan de
Dorpsstraat.
Afbeelding: Schets van dhr, van der Schouw van de Jufferswaard
waar in september 1944 een Britse soldaat zou zijn begraven. (Schets: Collectie
G.A. W. van der Schouw),
Na
de Tweede Wereldoorlog zou van daaruit het stoffelijk overschot van deze Britse
militair zijn herbegraven op het Rooms Katholieke kerkhof aan de Groeneweg te
Renkum.
Op
de vraag, of die noodbegrafenis in de moestuin van de familie van Wamel
daadwerkelijk had plaatsgevonden, kon Gerard geen bevestigend antwoord geven.
Hij had het veldgraf van deze Britse soldaat nooit gezien, omdat de bevolking
van Renkum de volgende dag, voor lange tijd, het dorp moest verlaten om elders
een veilig heenkomen te zoeken.
In
de namiddag van 30 september 1944 volgde na aanhoudende beschietingen in de
omgeving van de Jufferswaard, de steenoven van Ariëns, een rustpauze. In deze
rustperiode gingen de jongens weer de straat op. Daar zagen zij later aan het
begin van de Dorpsstraat tussen de Rooms Katholieke kerk en het postkantoor een
platte wagen op luchtbanden getrokken door een paard, die in de richting van Wageningen
reed. Op de bok zat een koetsier in burgerkleding. Op de wagen lagen lichamen
van gesneuvelde militairen, die bedekt waren met een zeil. Of het Britten of
Duitsers waren, was niet zichtbaar. Het enige dat de jongens konden zien, waren
schoenzolen die
onder het dekzeil uitkwamen.
Ongeveer
een kwartier later passeerde hen op dezelfde plaats in de Dorpsstraat, onder bewaking
van twee Duitse soldaten, een groep van circa twintig Britse militairen.
Blijkbaar krijgsgevangen. Zij droegen rode baretten en maakten het V- teken.
Hiermee wilden zij waarschijnlijk de bevolking van Renkum duidelijk maken, dat
de strijd nog niet was verloren, dat zij zouden doorgaan tot het bittere einde.
Tot zover het ooggetuigenverslag.
Op
de volgende pagina ziet U een detail van een luchtfoto van het betreffende
gebied ('De Jufferswaard') waar de genoemde Britse militair begraven zou zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten